Woord van de maond augustus 2019: hets

Geplaatst op zondag 4 augustus 2019 om 12:52

"’t Is mooi weer vandaag; bloots köts met dén hets, went toen was 't toch wel slim". Deze zin uit Henk Harmsens voorwoord bij ’n Trop Barghse Weurd uit 1982 herinneren ons eraan dat grote hitte tot de verbeelding spreekt. Onze voorzitter Edwin Zweers gebruikt de zin regelmatig om aan te tonen dat ons dialect wel wat anders is als het ooit zo genoemde ‘Algemeen Beschaafd Nederlands’.

Als Woord van de Maond is ‘hets’ uiteraard zeer toepasselijk. Gezegd moet worden dat het tegelijk een Vergeetwoord is, dat in de vergetelheid dreigt te raken. Moeilijk te onthouden is het echter niet: Het Nederlandse ‘hitte’ en ‘heet’ en het Duits ‘Hitze’ liggen erg dichtbij. Als we op de dialectkaart van Nederland kijken, zien we dat ‘hets’ (en ‘hits’) in het hele Nederfrankische grensgebied van Gelderland en Limburg voorkomt.

De geschiedenis van het woord laat al die vormen zien. Het begint rond 800 met ‘hizza’. Sinds de 18e eeuw werd het ook figuurlijk gebruikt. Een ‘heethoofd’ (Duits: ‘Hitzkopf’) is iemand die snel oververhit raakt en zich niet meer kan beheersen. De laatste lettergreep ‘-te’ (Nederlands) of ‘-ze’ (Duits) wordt in het dialect verkort tot een ‘-s’. Zo werkt ‘hets’ dus hetzelfde als ‘grootte’, ‘lengte’ en ‘diepte’: van het bijwoord wordt een zelfstandig naamwoord gemaakt.

Dat we niet pas sinds vorige maand over al te grote ‘hets’ klagen, bewijzen enkele teksten hierover. Uit Kilder komt de bard Henry Welling. Hij zingt op zijn eerste cd “Blief asteblief” uit 1994:

De hèujmaker

de rooie za’doek he’k al adeg nat
’t zweit lup mien in de navel
de blage gaon lekker naor ’t Braompse gat
en ik staek weer ’n baal an de gavel
gunt in de schum van de peppels
ligt mien nichtje te vri-je
veur dat gevuul heb ik gin tied
ik mot de kuul aanri-jen
aldernaars wat ’n hets (…)

Beluister op: youtube

Aan de overkant van de Rijn in de Over-Betuwe schreef Joop Brons in 2018 voor de Historische Kring Huessen het verhaal “De hets”. Het begint zo: Man, wa’n hets was da’ deze zommer. De musse’ viele bekant gebraoie’ van ’t dak.
Lees verder: link

Meer dialectverhale en ook een dialectwoordenlijst in het Huissens zijn overigens te vinden in een publicatie van De Kraonige Zwaone, de Huissense carnavalsvereniging: “Huissen zoas ’t zing’ en täötel (’t rooie bükske)” (5e druk 2010)

>>> Dialectpagina

Tekst: Antoon Berentsen

Deel deze pagina