Woord van de Maond juli 2020: schielek & stik

Geplaatst op zondag 5 juli 2020 om 20:38

2 juli en nog geen Woord van de Maond. Dat moet ik dan schielek nog even doen, voordat ik op vakantie kan!

Over de woorden schielek en stik hebben we in de facebookgroep LiemersDialect de laatste weken wat gebrainstormd. Erbij stilstaand besefte ik dat deze simpele woorden in het Nederlands toch echt anders luidden. Ze betekenen zoiets als ‘haastig’. Kon je in het Nederlands überhaupt van een ‘haastige draai’ spreken? De discussie ging over de vraag of een schieleke draej hetzelfde was als een stikke draej?hetzelfde was als een stikke draej

“Hoi Alwies, gevuulsmatig denk ik, dat as gi-j schielek de boch um kom, da'j dan plotseling 'n afslag nemp. Totaal onverwacht dus. De ander schrikt d'r van. 'n Stikke dreaj betekent volgens mien da'j de boch qua centimeters zo köt meugelek nemp. Wedstrijdschaatsers beveurbeeld, nemme de boch zo stik meugelek um tied de winne. Ik denk dat 'n 'krappe' boch ‘t eigeste is as 'n 'stikke' boch.”

Twee woorden voor haastige spoed dus. Het een verbindt zich met tijd en het ander met de lengte.

Is schielek nu een typisch dialectwoord? Als zo vaak moet ik de lezer(es) teleurstellen. Standaardtaal en dialecten zijn voor taalwetenschappers allemaal talen die een en dezelfde geografische ruimte met elkaar delen en elkaar dus beïnvloeden. Als zo vaak in deze rubriek moet ik constateren dat we het van doen hebben met een oud Nederlands/Germaans woord dat in de standaardtaal ‘vergeten’, maar in dialecten nog aanwezig is.

schelik, sc(h)ielik komt al in de 14e eeuw in het Middelnederlands voor. Uit 1475 komt de mooie zin: Doe die sonne scielike alle die duusternisse wt der werelt verdreef ‘ (toen de zon snel alle duisternis uit de wereld verdreef). De oudste Germaanse vorm is skehan- ‘zich snel bewegen’. Daarvan afgeleid is het Middelnederlands (ghe)sc(h)ien dat we als geschieden ofwel gebeuren kennen. Het woord schielijk werd er in die tijd van afgeleid. Verondersteld wordt, dat ook schichtig dezelfde oorsprong heeft. Het dialectwoord komt van Brabant tot Groningen voor en kan volgens de dialectwoordenboeken variëren in betekenis. In het Stellingwerfs (een Nedersaksisch dialect in Zuidoost-Friesland) betekent het bijvoorbeeld binnenkort.

In de WALD-woordenboeken en in de lokale woordenboeken onder de naam Telgen van het WALD vinden we behalve schielek ook het woord stik in de betekenis van plotseling. Zo komt de stikke draej komt in het woordenboek van Gendringen/Ulft voor. De meest voorkomende betekenis is echter steil, bijvoorbeeld in de zin De leer steet te stik uit de woordenboeken van Bergh en Zevenaar. In de Telgen uit Rijnwaarden en Westervoort wordt de leer (ladder) vervangen door diek (dijk). In Vragender is volgens het WALD sprake van een stikkebusken, een heg die pal aan het bouwland stond. Die betekenissen komen -dat is voor ons inmiddels niet meer verbazingwekkend – ook ver buiten onze regio voor. Het Deens en Zweeds hebben het woord van ons (d.w.z. uit het Nederduits) overgenomen. Het Oudhoogduitse stehal betekende immers steil/hoog/scherp. En -niet verwonderlijk- het lijntje naar het woord steken is dan ook erg kort.

>>>Dialectpagina

Tekst: Antoon Berentsen

Deel deze pagina