Bij de crash in Beek vloeide niet alleen Engels bloed

Geplaatst op maandag 21 december 2015 om 21:22

Ook Beek raakte in 1943 gewend aan dagelijks overvliegende bommenwerpers richting Duitsland. Op zaterdag 12 maart hadden Engelse bommenwerpers een vernietigende last geworpen op fabrieken van de Duitse oorlogsindustrie. Één van de vliegtuigen werd op de terugweg - boven het Ruhrgebied - door Duits afweergeschut geraakt. Er zat niks anders op dan alleen en onbeschermd verder te vliegen.

Op zaterdag 12 maart 1943 stond de Bekenaar J. Giesen, samen met zijn zoons, te kijken naar het lichtspel van de zoeklichten en de spoormunitie die de Duitsers bij Elten en Emmerik gebruikten om de bommenwerpers op te sporen. Ze wisten dat het voor de Duitsers kinderspel was, een vliegtuig, dat eenmaal in het spinachtige lichtnet was gevangen, naar beneden te halen.

De defecte bommenwerper was een al te makkelijke prooi: om tien uur 's avonds stortte het vliegtuig neer, in het buitengebied van Beek. De bemanning - bestaande uit de piloten Page en Paerson, de boordschutters Binning en Miller; navigator Sellers, technicus Misseldine, radarman Clayton en waarnemer Skinner - kwamen daarbij om het leven.

Ook vader Giesen en zijn zoons, Willem en Berend verloren het leven. Ze werden gedood door rondvliegende brokstukken. Hun boerderij aan de Zuidermarkweg brandde die nacht geheel af.

Vertwijfeld

Waarom maakte de bemanning geen gebruik van de parachutes? Velen vroegen het zich na de crash vertwijfeld af. Was er sprake van een technisch mankement, of probeerde de bemanning krampachtig tot het laatste toe, het onbewoonde buitengebied van Beek te bereiken? Niemand zal het ooit weten.
De zwaar verminkte lichamen van de Engelse bemanning werden op het plaatselijke kerkhof begraven. De plaquette, die burgemeester Th. Jeuken afgelopen zondag (7-5-1985) op het kerkhof onthulde, herinnert aan dit drama.

Beeld: FreeImages.com/bugdog

Deel deze pagina