Woord van de maand augustus 2018: aldernaars

Geplaatst op woensdag 1 augustus 2018 om 7:55

In zijn lied ‘De hèùjmaker’(op de CD ‘Blief asteblief’ uit 1994) schrijft de Kilderse Zeddammer Henry Welling over de zon als hooimaker en verzucht ‘aldernaars wat ‘n hets’. Daaraan moest in de afgelopen weken denken, toen de temperaturen in Nederland de veertig graden naderden.
Ik zal het hier niet over ‘t door het Duits beïnvloede woord ‘hets’ hebben. Onder meer het Venloos kent het ook en het voorwoord van ons Berghs woordenboek ‘n Trop Barghse Weurd geeft een mooi staaltje van dit soort talige invloeden vanuit de naburige standaardtaal.
Ik werd getroffen door het bijwoord ‘aldernaars’ dat ik gelijk verstond als synonym met ‘alderbastend/allebastend’ en ‘alderjekes/allejekes’.

Woorden als ‘aldernaars’ hebben niet echt een betekenis, maar wel een functie. Ze dienen ter versterking, of het nu om hitte, kou of woede gaat. De taal kent doorgaans erg/heel/bijzonder en ja ook aldebastend/aldernaars en aldejeks veel woorden om zaken sterker en heftiger weer te geven.

Al onze varianten beginnen met het woord ‘al’. Dat drukt volgens een oud woordenboek ‘in 't algemeen een buitengewoon hoogen graad der hoedanigheid’ uit. De vormen ‘aller’ of ‘alder’ zijn superlatieven, dus een verdere versterking.
Spannend wordt het bij het tweede deel van de samenstelling. We zoeken dus naar -naars, -bastend en -jekes. Het zijn geen woorden die simpel na te zoeken zijn, maar enig speurwerk levert het volgende op:

Het bestanddeel -bastend is afgeleid van het werkwoord ‘barsten’. Dat wordt -bijvoorbeeld in de verwensing ‘Barst maar!’- als zeer krachtig ervaren. Bij ‘aldebastend’ zien we letterlijk het geweld over ons heen komen. De Achterhoekse popgroep Normaal maakte een lied met de titel ‘Alderbarstend hard’: “Moi, wi-j goat høken / En dat doe'w niet zachtjes, moar dat doe'w hard / Ik zei hard / Zo alderbarstend hard, 't kan niet harder goan.” Het woord is in deze betekenis te vinden in woordenboeken uit heel Oost- en Noord-Nederland.

De component -jekes is afgeleid van ‘jezus’. P. van Sterkenburg geeft in zijn in 2001 verschenen boek met de title ‘Vloeken’ een inventarisatie en analyse van vloeken en verwensingen in het Nederlands sinds de 12e eeuw. Hij noemt ‘aldejekus’ als variant van ‘allejezus’: “De betekenis van deze vloek is ‘almachtig’. Thans doet de vloek vooral dienst als versterkende uitroep van verbazing, ergernis enz., maar ook om woede en andere frustratie uit te drukken.“ Een ander woordenboek bestempelt het woord als “zeer informeel, (vooral) gesproken taal”.
Het Woordenboek van de Achterhoekse en Liemerse dialecten noemt als vindplaatsen de Liemerse plaatsen Zevenaar, Zeddam en Stokkum.

Sto: A'j 'n ulk vang, stink hi-j alderjekes. Ze könne zich ook heel goed veur dood holde. A'j ze dan örges neerleg, lope ze later weer weg. Dat ulke vange mo'j in de maoneschien doen met 'n fokshundje. Maor ze bun heel slouw en 't vilt dus niet met um ze in hande te kriege.

Naast ‘aldernaars’ vind ik ook het woord ‘aldernaast’ of in oude spelling ‘alrenaest’, dat ‘dichtbij’ betekent. Ik ben er echter van overtuigd dat ons ‘aldernaars’ geen varant daarvan is, simpelweg om redenen van dialectuitspraak. ‘Naast’ wordt in het dialect als ‘naos’, echter ‘naar(s)’ wordt net als in het standaard-Nederlands met ‘aa’ uitgesproken. Kortom, in lijn met de andere varianten wordt hier gezegd dat iets heel erg ‘naar’ (vervelend/erg) is. Deze variant van ‘aldebastend’ is alleen in het woordenboek ‘Waehls plat’, echter niet in de overige Liemerse en ook niet in Achterhoekse woordenboeken te vinden. Wel verschijnt ‘al(d)ernaarst , aldernoarst’ in een Gronings en in een West-Fries woordenboek. Wat de verbinding tussen die gebieden en Wehl is, heb ik niet kunnen ontdekken.

Een aardig kaartje met nog andere varianten van onze drie versterkingswoorden is te vinden op www.mijnwoordenboek.nl
In het Limburgs gebied, maar ook in West-Nederland, zien we daarop het ons bekende woord ‘ontiechelek’ en langs de oostgrens ook het woord ‘onmundig’.

PS:
In het verlengde van wat ik over ‘alder-‘ schreef, schiet mij te binnen dat mijn vader af en toe het woord ‘alderasie’ in de betekenis ‘ontsteltenis, verwarring’ of ook ‘enorme drukte’ gebruikte. Het woord is in onze woordenboeken niet, echter wel in die uit Twente, Stellingwerf en West-Friesland te vinden. Mijn vraag aan de lezers van Woord van de Maond is, of het woord in Bergh ook door anderen gebruikt werd/wordt.

>>> Dialectpagina 'Woord van de Maond'

Tekst: Antoon Berentsen

Deel deze pagina