Dauwtrappen naar Bislich

Geplaatst op donderdag 17 december 2015 om 21:34

"Brickt in Byslik den Dyck, schreien de Kinder in Harderwyck" is een oud spreekwoord in Bislich. Als de dijken braken bij Bislich waren er overstromingen in een heel groot gebied. Het water zocht de kortste weg naar de Zuiderzee, waarbij ook Bergh werd aangedaan. Soms werden dijken moedwillig doorgestoken om te voorkomen dat de stad Rees verzwolgen zou worden door het Rijnwater. In Bislich is een museum waar veel te zien is met betrekking tot de diverse overstromingen. Ook wat de plannen voor de toekomst zijn om het water te beheersen (calamiteitenpolders). De scheepvaart en beroepsvisserij op de Niederrhein krijgen eveneens aandacht in het Rhein-Deich-Museum.

In een Nederlandstalige catalogus staat te lezen dat de drooglegging van het drassige Rijndal tussen Wesel en Kleef in de 13e en 14e eeuw hoofdzakelijk werd doorgevoerd met behulp van Hollandse kolonisten. Nederzettingen van Hollanders die in de decennia rond 1300 ontstonden, zijn o.a.: Werther Bruch, Qualburger Bruch en Veen bij Xanten. Hertog Wilhelm van Cleef, Jülich en Berg (niet te verwarren met 'ons' Bergh) vaardigde op 7 juli 1575 een dijkreglement uit. Sinds 1984 wordt bij bijzondere gelegenheden de 'Johanna-Sebus-Medaille' uitgereikt. Johann Wolfgang von Goethe schreef een gedicht over de reddingsactie en de dood van Johanna die hij Suschen noemde om de Fransen niet tegen zich in het harnas te jagen. In Montferland Nieuws van 4 juni 2002 werd over Johanna Sebus geschreven.

Op een paneel met lampjes in het museum kan men zien hoe de Rijn meerdere keren van loop veranderde (men kan zelf de lampjes laten branden). Een kerkhofkruis van het tijdens het hoogwater op 2 maart 1855 verdronken kind van de Bislicher leraar Langhoff is een herinnering aan het vele leed dat de mensen in de omgeving van het water zo vaak trof. Een contrast is een dankbrief van de Nederlandse regering naar aanleiding van het goed doorstane hoogwater van 1926.

Het Rhein-Deich-Museum is op hetzelfde adres als het Heimatmuseum van Bislich: Dorfstraße 24. In het Heimatmuseum is een lokaal ingericht waarin een mensenleven 'van wieg tot het graf' wordt uitgebeeld. In de omgeving van Bislich zijn frankische grafvelden gevonden. In een ander vertrek (Textilraum) kun je zien hoe het er vroeger aan toe ging met wassen, wringen en strijken. Weefgetouw, wastobbes en fornuizen zullen herinneringen aan hard werken oproepen. De kaasmakerij naar Nederlands voorbeeld kreeg in 1825 in het Rheinland gestalte. In de zuivelhoek is er meer over te vinden. En dan is er nog op de bovenverdieping de 'ornithologischen Sammlung Holland', door gidsen ook wel 'de mussenafdeling' genoemd (net zoals je het in Bergh zegt). Een nagenoeg volledig overzicht van vogels in het Nederrijngebied met 340 geprepareerde vogels. Een lijst met ongeveer veertig dialectnamen van vogels laat zien dat er weinig verschil is met de Berghse namen.
De entreeprijs is 1,50 euro (voor dit bedrag mag je beide museums in). Tot september zijn de openingstijden op zon- en feestdagen van 10.00 tot 16.00 uur.

Als men op de fiets naar Bislich gaat, moet men rekening houden met een tocht van twee tot drie uur. Een lid van de Heemkundekring Bergh deed er - stevig doorpeddelend - twee uur over vanaf de grensovergang bij Gouden Handen. Tussen Rees en Wesel is een 'Rad- und Fußweg' die ook langs Bislich komt (over de dijk met een mooi uitzicht op Xanten). Wie op de terugweg een andere route wil nemen, kan met het pontje 'Keer Tröch' de Rijn oversteken naar Xanten om via Kalkar huiswaarts te keren.

Deel deze pagina