Woord van de Maond augustus 2025: heer
Geplaatst op woensdag 30 juli 2025 om 19:08
Zomertijd en reizen. Dat hoort bij elkaar. Het riep bij mij de vraag op wat er gebeurd is met de twee woorden, waarmee het heen en weer in ons dialect uitgedrukt kan worden. Net als in het standaard-Nederlands kennen we het woord hen om beweging uit te drukken. Woor bu’j dit joor hengewaes meh vakantie? Maar het andere woord, dat nog in 1993 door Henk Harmsen in zijn woordenboek ’n Trop Barghse Weurd werd opgetekend, lijkt in ons dagelijks dialect te zijn verdwenen:
heer (bw) - geleden, vandaan, heen - 1) "Tie:n joor heer" - geleden 2) "Woor komp gi-j heer?" "Woor gaot gi-j heer?"
Het bijwoord heer drukt zowel een fysieke beweging als een beweging in de tijd uit. Het verenigt zowel het standaard-Nederlandse geleden (tijd), vandaan (beweging naar je toe) alsook heen (beweging van je af). Het doet ook denken aan het Duitse her. Dat verenigt de twee betekenissen geleden (Es ist Jahre her, dass wir in Köln waren.) en vandaan (Wo kommen Sie her?).
Het Woordenboek van de Achterhoekse en Liemerse Dialecten (WALD) noteert volgende zin uit Zeddam: De raegepiep was verstop; ‘t raegewater vlaog aover de dakgäöt hen/ heer. De dialectspreker had bij het invullen van het vragenformulier voor het WALD-woordenboek kennelijk beide woorden paraat en kon niet kiezen. Datzelfde gebeurde een collega uit Dinxperlo met het tijd-woord: Honderd jaor heer/hen wazzen der nog ga gin computers. De collega uit Ulft had eenzelfde probleem. Zij/hij kon niet kiezen uit het oude dialectwoord en het wat aangepaste standaard-Nederlandse woord geleden: Rond 1800 hadden de Fransen ’t hier veur ’t zeggen; da’s lang heer/geleien. In Stokkum werd ‘t nog ingewikkelder -of met meer keuzes makkelijker, zo u wilt-: De veerboot veert zes keer in ’t uur hen en weer/ hen end heer/ hen en weerum.
Het bijwoord heer is breed verspreid in Liemers en Achterhoek en ook daarboven tot aan Groningen (Woar bin ie heer?), d.w.z. in de dialectwoordenboeken uit die streken. Maar het is vaak lang geleden dat die woordenboeken werden samengesteld. Een kleine enquete in onze regio levert het inzicht op dat dialectverlies ook hier heeft toegeslagen. Ons Woord van de Maond moet op de lijst van Vergeetwoorden worden bijgeschreven.
Dat lijkt minder het geval als het gaat om het standaard-Nederlandse tijdwoord her: van oudsher > van oldsheer. En om vaste uitdrukkingen, zoals in volgende zin over het weer: "'t Betrik. Wi-j kriege wat". Efkes later: "Door geet 't al heer. 't Vilt’r met emmers uut". Of in combinatie met een werkwoord, zoals heerdoen (met iemand) in de betekenis van met iemand meepraten. Uit Zaenderse Praot van A tot Z komt volgende zin die ook nu nog wel gehoord kan worden: Zi-j kan mooi met ow haerdoe:n, mor waar d’r ow mor veur. (Voor ‘waar ow’ zie het Woord van de Maond april!)
Etymologisch gezien ligt het voor de hand een link te zien tussen heer en her en hier. Ook het Duits en het Engels kennen deze woorden die afgeleid zijn van een oergermaanse wortel hi-, dat een -r erbij kreeg en dat later niet voldoende leek om beweging uit te drukken en dus nog aangevuld werd met -heen.
Moet heer in het heen en weer der taalverandering blijvend het loodje leggen? Nee, dat hoeft niet. Ik had in april 2023 een viertal woorden op een wensenlijstje geplaatst. Daar mag heer wat mij betreft ook bij.
Tekst: Antoon Berentsen en Dialect