Woord van de Maond juli 2025: schreie

Geplaatst op woensdag 2 juli 2025 om 11:34

In een internetplatform stelde iemand de vraag “Waarom huil ik altijd als iemand tegen mij schreeuwt?“ Huilen en schreeuwen, duidelijk twee heel verschillende uitingen van emoties, maar met ons dialectwoord schreie(n) in de betekenis van huilen komen ze dicht bij elkaar. Zo zijn we bij ons Woord van de Maond juli, waarvoor ik geen andere reden kan aangeven dan het feit dat mijn favoriete streektaalzanger Gerard van Maasakkers (Nuenen 1949) er in een concert onlangs enkele woorden aan wijdde. In zijn Oost-Brabants (Peellands) dialect is schröwwe het woord voor huilen.

Omdat ik schreie als standaard-dialectwoord voor huilen gebruik, had ik in eerste instantie de neiging om hu:le als quasi-dialectwoord te beschouwen. Zoiets als tuun voor tuin. Een woord dat op dialect lijkt, maar feitelijk een wat dialectaal opgeleukt standaardnederlands woord is (zie Woord van de Maond september 2020). Dat blijkt niet het geval. De zaak ligt iets ingewikkelder.

Ons woordenboek Trop Barghse Weurd kent 7 woorden voor huilen. Ook de andere Liemerse woordenboeken (en feitelijk alle dialectwoordenboeken) geven varianten aan. Die uit Bergh zijn: blere/blaere, belke, grie:ne, krauwe, lie:pe, en ja ook hu:le. Mijn schreie ontbreekt! Slechts in het woordenboek van Gendringen is het opgenomen. Het WALD (Woordenboek van de Achterhoekse en Liemerse Dialecten) biedt uitkomst. Voor dat grote woordenboek werden vragenlijsten ingevuld. Voor Zeddam werd ook ‘schreie’ genoemd; voor de andere Berghse plaatsen niet. Zo locaal kan het zijn!

Dat betekent echter niet dat schreie een puur Zeddamse term is. De electronische Woordenbank van de Nederlandse Dialecten (eWND), waarin over enige tijd ook ons Berghse woordenboek zal zijn opgenomen, laat zien dat deze variant naast anderen van Groningen tot Venlo voorkomt. De varianten met een a-klank erin, schrauwe en schrawwe, bewegen zich van Brabant tot aan de Rijn (Overbetuwe, Duffelt). Niet vreemd overigens die a, als je bedenkt dat die in het Duitse schreien ook klinkt.

Zoals altijd bij synoniemen hebben de varianten ieder wel een eigen kleur. Het WALD geeft voor Stokkum bijvoorbeeld volgende toelichting: “Volwassene hule, janke of blere; blage blere of hule; uut verwendheid dramme of näöle ze.” Ons Trop Barghse Weurd zegt over krauwe dat het huilen op 'n zeurderige manier klinkt. En lie:pe heeft dan een meer jankende klank.

Het zal niet verbazen dat schreie een onomatopee of klanknabootsing is. Een woord dus dat het geluid, dat het beschrijft, nabootst of suggereert. In het schr (in sommige noordelijke dialecten ook als skr uitgesproken) klinkt het gekras van een raaf of je hoort de schreeuw van angst. Schreeuwen en schreien hebben dus dezelfde wortel. Het woord komt in veel Germaanse en Slavische talen voor. Het Engels kent to scream en het Duits schreien in de betekenis van schreeuwen/gillen. Het oude Nederlands kent het ook in de betekenis van huilen. Uit 1250 is de zin “ic se screijen dor die noet ... hoerde” (ik hoorde haar huilen van smart) overgeleverd. (De oe dient uiteraard als oo uitgesproken te worden!). De woorden schreien en huilen zijn bijna even oud, beiden al in de 13 eeuw opgetekend. En ook huilen is, niet verwonderlijk, een klanknabootsend woord. Het grote Etymologisch Woordenboek van het Nederlands van Philippa/Debrabandere/Quak/Schoonheim/van der Sijs laat weten: “Bij mensen had hulen altijd onaangename connotaties. Pas in het Nieuwnederlands is huilen een neutraal woord geworden, is schreien verouderd en behoort wenen tot een deftiger taalregister.”

Verouderd dus, ons Woord van de Maond. Zoals zo vaak treedt het dialect als taalbewaarder op!

Tekst: Antoon Berentsen en Werkgroep Dialect

Deel deze pagina