Woord van de Maond maart 2023: egaal

Geplaatst op woensdag 1 maart 2023 om 21:41

Soms raak je in de war in het net van de taal. Voor de gemiddelde taalgebruiker mag dat egaal zijn, maar ik wil dan graag het naadje van de kous weten. In dit geval ging het niet om de betekenis van een woord, maar om diens uitspraak.

Het Duits kent ‘egal’ als ‘gelijkvormig, vlak, effen’, als ‘onverschillig’ en ook als ‘voortdurend’. Een bijwoord met veel betekenissen dus. De Nederlandse standaardtaal kent het ook. Volgens de dikke Van Dale als ‘gelijk(vormig), effen, vlak’ en als ‘onverschillig’. Ons dialect kent ‘egaal’ in de overtreffende trap als ‘kaatje egaal’: ’t Is mien kaatje egaal, hoe’j ’t doe:t. As ’t maor gebeurt! Het woord komt in deze betekenis in veel Nederlandse dialectwoordenboeken voor, maar ik vraag me af waarom, als het immers ook gewoon Nederlands is. Of is het misschien zo dat het woord naar de dialectwoordenboeken is afgedreven vanwege het feit dat het in de standaardtaal inmiddels is verdwenen en vervangen door ‘onverschilling’?

Het dialect heeft bovenop de door Van Dale genoemde nog een extra betekenis voor het woord. Dat is de derde betekenis van het Duitse ‘egal’. In de zin Hi-j zit égaals te sjenke met mien wordt ‘egaals’ in de betekenis ‘voortdurend’ gebruikt. Zo lezen we het bijvoorbeeld in de ’s-Heerenbergse carnavalskrant van dit jaar: Egaals as wi-j vergadere, leit hi-j met de kont aan de Spaanse costas. Het WALD-woordenboek noemt voor Stokkum: Toe, traejt mien niet egaal op de knäök!

Terwijl de eerstgenoemde betekenis al in de 12e eeuw uit het Frans (égal = gelijk, gelijkmatig) kwam, vond de tweede pas in de 19e eeuw ingang in de volkstaal. Uit de betekenis ‘gelijkvormig’ ontstond ‘zonder onderscheid’ en daaruit weer ‘zonder onderbreking’, dus ‘voortdurend’. We noemen dat volksetymologie.

Wat was nou de verwarring? Het ene ‘egaal’ wordt net als in het Duits op de tweede lettergreep, dus ‘egáál’ uitgesproken. Het andere heeft de klemtoon op de eerste lettergreep: ‘égaal’. Gelukkig geeft ons woordenboek ’n Trop Barghse Weurd uitsluitsel. De woordenboekmaker, Henk Harmsen, plaatste in 1982 een apostrof vóór de lettergreep, waarop de klemtoon valt. Voor ons Woord van de Maond een uitstekend idee:

'EGAAL - steeds, voortdurend. "Gi-j zit mien egaal an de kop te dramme".

E'GAAL - 1) gelijkmatig. "Gi-j mot die varf egaal uutstrieke". 2) om het even. " 't Is mien krek egaal hoe a'j 't doe:t". "Kaatje egaal" (geheel om het even), " 't Blif mien Kaatje egaal waor a'j dat grei gaot hale".

Het raadsel is daarmee nog niet helemaal opgelost, want hoe komt die dubbele klemtoon voor dit woord in ons dialect terecht? Het Duits en ook het Franse origineel immers kennen alleen de intonatie op de tweede lettergreep. Lex Schaars, de dialectoloog die verbonden was aan het Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers, wist mogelijk raad. Hij wees op de oorsprong van het woord in het latijn: ‘aequus’ dat ‘effen, vlak’ betekent en de klemtoon op de eerste lettergreep heeft. Net als het Engelse ‘equal’! De grammaticale afleiding van dit woord op -alis wordt ‘aequalis’. Dezelfde betekenis, maar de klemtoon gaat nu naar achteren op ‘ua’.

Zo komen we -wellicht- op twee klemtonen voor hetzelfde woord, waarbij ons dialect zo slim was om de betekenis ‘vlak’ naar de ene en de betekenis ‘voortdurend’ naar de andere variant te verschuiven.

Tekst: Antoon Berentsen

Deel deze pagina