Woord van de Maond november 2019: makuut

Geplaatst op woensdag 6 november 2019 om 21:52

Twee keer tot nu toe stuitte ik op een dialectwoord dat ikzelf nooit gebruikt heb. Van mijn vader hoorde ik het enkele jaren voor zijn dood. Vervolgens afgelopen zondag van streektaalzanger Frans van Gorkum uit Oud-Zevenaar tijdens zijn concert in Babberich. Die actualiteit vormt nu een goede smoes om ‘makuut’ tot het Woord van de Maond november te maken.

Het probleem echter is dat ik niet alleen het woord uit mijn jeugd niet ken, maar er hier in deze rubriek vervolgens ook niets mee weet te beginnen. Waar komt het vandaan? Hoe kun je het uitleggen? Geen idee!

Een uitvlucht om me er met een Jantje van Leien af te maken?

Nee, van het woord ‘makuut’ en van de verkleinvorm ‘makuutje’ (Frans van Gorkum sprak het uit als ‘mekuut’) weet ik dat het ‘smoes(je)/uitvlucht/leugen/excuus’ betekent. En dat het in alle Liemerse woordenboeken, van Westervoort tot Gendringen en ook in Emmerik, voorkomt. Ook al 1901 bij Martinus Bruijel in zijn proefschrift “Het dialect van Elten-Bergh”. In de Achterhoek lijkt het woord niet voor te komen. Wel weer in zuidelijke richting, tot in Gennep in het gebied van het Gelders Opperkwartier. Maar of het daarmee een typisch Kleverlands dialectwoord is, wordt uit mijn literatuuronderzoek niet duidelijk.

“Wat mik ’t uut?”, zou de dialectspreker in dit geval zeggen.

Zit hier misschien een sleutel in? Dat het niet uitmaakt wat je zegt, als mensen je maar geloven?

Laat ik een poging wagen: We weten allemaal dat dialectwoorden heel oud kunnen zijn. In 1827 schrijft Johann Georg Büsch een boek over de geschiedenis van het geld (‚Abhandlung von dem Geldumlauf, in anhaltender Rücksicht auf die Staatswirtschaft und Handlung‘, pag. 206-207). Daarin vermeldt hij dat de Congolezen, die geen geldeconomie hadden, ‘makuten’ als rekeneenheid hanteerden om de waarde van dingen bij ruilhandel te bepalen. Makuten waren gevlochten dekens; iets dat iedereen nodig had en waaraan de waarde van andere zaken gemeten kon worden.

Of zou er toch een link zijn met het Franse ‚excuus’? Wah mik ’t uut? Je vous prie de m'excuser!

>>> Dialectpagina

Tekst: Antoon Berentsen

Deel deze pagina