Cursus Barghs - Deel 3 Woordenschat

Geplaatst op maandag 3 mei 2021 om 21:06 — Laatst bijgewerkt op maandag 5 december 2022 om 22:16

Onderstaand vindt u 12 oefeningen met de woordenschat. De dialectwoorden staan in hele zinnen en zijn gesplitst in twee vertaalrichtingen: Nederlands-Berghs (oefeningen 3.1 t/m 3.6) en Berghs-Nederlands (oefeningen 3.7 t/m 3.12).

De zinnen zijn globaal naar thema ingedeeld. De thema’s zijn:

  • Aete & drinke | eten, drinken
  • Doe:n & laote | werk, handelingen, bewegingen, richtingen
  • Huus & straot | wonen, kleden, verkeer, dorp en stad
  • Ik | ik-boodschappen
  • Mins & dier | mensen, dieren, gedrag en lichaam
  • Tied & weer | tijd, weer en richting

De complete lijst met zinnen vindt u in volgende pdf-documenten:

In onderstaande oefeningen is de vertaling telkens weggelaten. Schrijf van elke zin de vertaling (van of naar het Berghs) op en vergelijk deze met onze voorbeeldvertalingen uit de pdf-documenten.

Oefening 3.1 Woordenschat NL - Berghs

Vertaal van het Nederlands naar het Berghs

Aete & drinke

  1. [NL] Wilt u koffie, thee? Met melk en suiker? Een koekje erbij? Ik heb lekkere speculaasjes.
  2. [NL] Als ik makreel eet, moet ik vaak opboeren.​
  3. [NL] De deksel viel op het bord.
  4. [NL] Hij eet graag kippensoep of erwtensoep.
  5. [NL ]Voordat je gaat, neem nog ’n borrel!
  6. [NL] Mijn moeder heeft aardappels, en aardbeien gekocht.
  7. [NL] Zien eten doet eten.
  8. [NL] Wil je een kopje of een beker?
  9. [NL] Zal ik jou koffie inschenken?
  10. [NL] Hij kan veel eten.
  11. [NL] Houd je van koken?
  12. [NL] Wij aten thuis vaak met het bord op schoot, maar wel altijd met vork, lepel en mes.
  13. [NL] Voor de aardappels heb ik een nieuw schilmes nodig.
  14. [NL] Zout, suiker, meel, rijst en boter heb ik altijd wel in voorraad.
  15. [NL] Voor de lekkere dorst hebben we kaas, wijn en bier in huis.
  16. [NL] Als je nog honger heb, kun je een boterham krijgen.
  17. [NL] Lus je een kapje of liever een beschuitje bij het middageten?
  18. [NL] Bij het avondeten hebben we veel groente, maar vlees steeds minder.
  19. [NL] We hadden vroeger thuis kruisbessen, pruimen, zoete blauwe pruimen, appels en peren.
  20. [NL] Wij hebben aardappels en witte kool uit eigen tuin.
  21. [NL] Zij eet bij peren graag het klokhuis erbij op.

Oefening 3.2 Woordenschat NL - Berghs

Vertaal van het Nederlands naar het Berghs

Doe:n & laote

  1. [NL] Aan- en uitschakelen.
  2. [NL] Daar ben ik heen geweest.
  3. [NL] De jongelui waren aan 't lawaai maken.
  4. [NL] Mijn buurvrouw speelt trompet bij de harmonie.
  5. [NL] Omdat er file was op de A12, moest ik omrijden.
  6. [NL] Hij verdient er nog heel wat naast.
  7. [NL] Dat is onbegonnen werk.
  8. [NL] Dat zet geen zoden aan de dijk.
  9. [NL] Hard werken.
  10. [NL] In alle consternatie begon hij Nederlands te praten.

Oefening 3.3 Woordenschat NL - Berghs

Vertaal van het Nederlands naar het Berghs

Huus & straot

  1. [NL] Hebt u uw huis al afbetaald?
  2. [NL] Dat huis heeft daar altijd al gestaan.
  3. [NL] Ik woon hier kortbij.
  4. [NL] Van veraf kun je de toren niet goed herkennen.
  5. [NL] Kun(t) je / u mij vertellen waar deze straat is?
  6. [NL] Weet je / u waar het gemeentehuis is?
  7. [NL] Daarginds.
  8. [NL] De huizen zijn precies hetzelfde.
  9. [NL] De grond is aardig gelijk.
  10. [NL] Doe het raam even open.
  11. [NL] Het huis is enorm groot.
  12. [NL] Die jongen heeft al een tijdje gewacht.
  13. [NL] Zij heeft een deuk in de wagen.
  14. [NL] We moeten nodig in de eetkamer en keuken aan de slag.
  15. [NL] Hebben jullie de badkamer opgeknapt?
  16. [NL] De tuin staat er mooi bij.
  17. [NL] Waarom wil je geen tv in de slaapkamer?
  18. [NL] Ik ben mijn sleutel vergeten.
  19. [NL] Schuif de stoel maar onder de tafel.
  20. [NL] We hebben net nieuwe vitrage en overgordijnen.
  21. [NL] De vaatdoek is helemaal versleten.
  22. [NL] Vandaag moeten we met bezem en stofzuiger aan de slag.
  23. [NL] Met schuurpapier, ’n nieuwe kwast en verf kun je goed ’n extra laag aanbrengen.
  24. [NL] Deze verf plakt niet goed.
  25. [NL] De ladder staat niet stevig.
  26. [NL] Tussen äöver en aover liggen zeven heuvels.
  27. [NL] Bij hun staat er een mooi bankje voor de deur.
  28. [NL] Langs ’t bos rij je zo door naar Kilder en Wehl.
  29. [NL] Buiten om het huis groeit gras.
  30. [NL] Bij die schoenmaker kon je vroeger dag en nacht terecht.
  31. [NL] Er zijn haast geen huizen meer met de gordijnen open ’s avonds.
  32. [NL] Zowel van kortbij als van veraf is het kasteel geweldig mooi om te zienl.
  33. [NL] De voordeur was voor de pastoor en de burgemeester; alle andere mensen kwamen vroeger door de achterdeur binnen.
  34. [NL] De ruit in het bovenlicht is nog enkel glas.
  35. [NL] De bel doet het niet meer.

Oefening 3.4 Woordenschat NL - Berghs

Vertaal van het Nederlands naar het Berghs

Ik

  1. [NL] Dat is niet zo erg.
  2. [NL] Dat komt voor elkaar.
  3. [NL] Dat maakt me niets uit.
  4. [NL] Dat weet ik niet. Het spijt me.
  5. [NL] Ik ben er helemaal klaar mee.
  6. [NL] Kun je het raam open doen?
  7. [NL] Ik heb er geen zin meer in.
  8. [NL] Dat is me te veel.
  9. [NL] Er is toch plaats genoeg!
  10. [NL] Je moet oppasen.
  11. [NL] Hoe gaat het met je/u?
  12. [NL] Hoe heet je / u?
  13. [NL] Hoe oud ben(t) je / u?
  14. [NL] Ik begrijp het echt niet.
  15. [NL] Ik moet nu gaan.
  16. [NL] Ik zou wel eens willen weten.
  17. [NL] Ik heb laatst nog met jouw broer gesproken.
  18. [NL] Daarmee doe je me geen plezier.
  19. [NL] Kijk uit, wees voorzichtig!
  20. [NL] Loop naar de pomp..
  21. [NL] Met mij gaat het goed.
  22. [NL] Mijn portemonnaie is leeg.
  23. [NL] Je kunt er niets aan doen; je moet het maar op zijn beloop laten.
  24. [NL] Volgens mij is dit iets voor mij.
  25. [NL] Wat doe je nou?
  26. [NL] Wij wensen u het allerbeste.
  27. [NL] Wind je niet op!
  28. [NL] Ik verheug me nu al op de verjaardag.
  29. [NL] Ik durf het niet aan.
  30. [NL] Zich gedragen.
  31. [NL] Ik heb er genoeg van.
  32. [NL] Ik ben niet helemaal in orde.
  33. [NL] Ik heb veel aan mijn hoofd.
  34. [NL] Je moet niet zo zeuren.
  35. [NL] Ik wou je net bellen.
  36. [NL] Het maakt niet uit.
  37. [NL] Jij doet het of hij doet het.
  38. [NL] Wat houdt je tegen?
  39. [NL] Moet je nog ver?
  40. [NL] Ga verder, ik luister.
  41. [NL] Pas op!
  42. [NL] Hebt u even tijd? Ik hoor graag uw mening daarover.
  43. [NL] Waaruit heb je die informatie?

Oefening 3.5 Woordenschat NL - Berghs

Vertaal van het Nederlands naar het Berghs

Mins & dier

  1. [NL] Hij heeft een korte broek met broekzakken.
  2. [NL] Je moet je omkleden .
  3. [NL] Hij draagt bretels.
  4. [NL] De hond begon te blaffen.
  5. [NL] Ze was helemaal buiten adem.
  6. [NL] Die man is stapelgek en ook nog brutaal.
  7. [NL] Hij is dronken.
  8. [NL] Kieskeurig zijn.
  9. [NL] Zij is mij te verwaand af.
  10. [NL] Voor de grap.
  11. [NL] Je bent veel te onbesuisd.
  12. [NL] Hij komt vaak genoeg langs voor een praatje.
  13. [NL] Dat heeft hij geweldig gedaan.
  14. [NL] Hij heeft het enorm naar zijn zin.
  15. [NL] Hij is hondsbrutaal.
  16. [NL] Hij werd kwaad.
  17. [NL] Hij deed ’t opzettelijk.
  18. [NL] Zij heeft de problemen achter zich.
  19. [NL] Iemand precies zijn zin doen.
  20. [NL] Groene, bruine, gele of zwarte schoenen maakt niet uit; als je er maar niet naast loopt!
  21. [NL] Bij Gilsing was alles te krijgen: sokken, kousen, broeken, schoenen, pantoffels, hemden, overhemden, stropdassen, overjassen - alle maten.
  22. [NL] Hij heeft zijn hemd binnenstebuiten aan en die is ook nog eens helemaal verkreukt.
  23. [NL] Je broekspijp is te nauw.
  24. [NL] Zij is helemaal verkouden, moet hoesten, spugen en zweten en is koortsig. Alles doet haar pijn.
  25. [NL] Er zijn veels te veel konijnen in het bos.
  26. [NL] Er zijn genoeg mensen die willen helpen.
  27. [NL] Zij staat aan kop, loopt als een haas en ligt dik vijf meter vóór.
  28. [NL] Zij heeft al genoeg aan haar hoofd en de buik vol van al dat gedoe.
  29. [NL] Hij gaat zijn schouders eronder zetten.
  30. [NL] Je moet oren en ogen open houden .
  31. [NL] Ze leven op grote voet.
  32. [NL] Hij wordt ziek van dat gedram.
  33. [NL] Jouw/uw kind probeerde op elleboog en knie onder het hek door te kruipen.
  34. [NL] Mijn zoon vraagt mij om hulp, omdat hij deze maand zijn huur niet kan betalen.
  35. [NL] Voordat je daarmee begint, ga nog eens goed nadenken!
  36. [NL] Goed kijken en luisteren wat er gebeurt!
  37. [NL] Als je niet horen wilt, moet je maar voelen.
  38. [NL] Mijn linker teen doet me al weken zeer.

Oefening 3.6 Woordenschat NL - Berghs

Vertaal van het Nederlands naar het Berghs

Tied & weer

  1. [NL] ’s ochtends, ’s middags, ’s avonds, ’s nachts.
  2. [NL] goededag, goedemiddag, goedeavond.
  3. [NL] Ik kan alleen maandags, vrijdags en zaterdags.
  4. [NL] Pasen, Kerstmis, nieuwjaar zijn mijn favoriete feestdagen.
  5. [NL] Tot morgenvroeg! Dan spreken we verder.
  6. [NL] Ik heb tot overmorgen nog vakantie.
  7. [NL] De dakreparatie moet vóór volgende week klaar zijn.
  8. [NL] Ik heb een hele poos gewacht.
  9. [NL] Wij hebben helemaal geen tijd.
  10. [NL] Het heeft geen haast.
  11. [NL] Vaart achter iets zeggen.
  12. [NL] Bij regen en mist zie je bijna geen bomen
  13. [NL] Voorjaar, zomer, herfst en winter zijn me allemaal even lief.
  14. [NL] Als je met de bus mee gaat, ben je binnen tien minuten daar.
  15. [NL] Of het nu koud of warm is, regent, sneeuwt of vriest, dat is mij om het even.
  16. [NL] Deze zomer kan ik de hitte niet goed verdragen.
  17. [NL] De vorst slaat me op de botten: ijskoud is het.

Oefening 3.7 Woordenschat Berghs - NL

Vertaal van het Berghs naar het Nederlands

Aete & drinke

  1. [ B ] In de harfs miek de slager altied lekkere panas / balkebri-j kloor.

Oefening 3.8 Woordenschat Berghs - NL

Vertaal van het Berghs naar het Nederlands

Doe:n & laote

  1. [ B ] Hi-j kreg op den dekkel.
  2. [ B ] Hi-j het d'r aning van.
  3. [ B ] Vroeger wiere de minse duk uutgenuts.
  4. [ B ] Gi-j kunt 't altied nog umtoese.
  5. [ B ] Zi-j trampte 'm veur de knäök.
  6. [ B ] Oge los of tes los!
  7. [ B ] Hi-j blaos dalek op de träöt.
  8. [ B ] Ik blef in 't stecheldraod häöke.
  9. [ B ] Hi-j het 'n ni-j spothemp gekoch.
  10. [ B ] Hi-j kan goe:d spaje.
  11. [ B ] Hi-j kan now weer 'n gat in de grond spi-je.
  12. [ B ] Alle beu:m worde gesnäöjd.
  13. [ B ] Zit gi-j weer te snäöje?
  14. [ B ] Dah is niet zo slim.
  15. [ B ] Zi-j wudt deur de schoerzak gehaald.
  16. [ B ] Zi-j zit lie:ver in de schum.
  17. [ B ] Gi-j mot 'm altied in de schoe:n traeje.
  18. [ B ] Hi-j reej 'm as 'n dief.
  19. [ B ] Dah is allemaol olde pruttel.
  20. [ B ] De mins mot hard poekele um geld te verdie:nen.
  21. [ B ] Zi-j sting naeve mien.
  22. [ B ] Hi-j deej 't veur de joeks.
  23. [ B ] Dat trik bi-j de wottel.
  24. [ B ] Dat het gin hempke of bukske aan.
  25. [ B ] Dalek kump d’r nog houweri-j.
  26. [ B ] Den olde motor löp weer as bas.

Oefening 3.9 Woordenschat Berghs - NL

Vertaal van het Berghs naar het Nederlands

Huus & Straot

  1. [ B ] Dah is maor 'n klein drietding.
  2. [ B ] Hi-j tu:tte toen hi-j veurbi-j kwam.
  3. [ B ] De weg is hier stik.
  4. [ B ] Wi-j hemme 'n sprung in de bos.
  5. [ B De muur steet schoeks.
  6. [ B ] Wat is de richtigste weg?
  7. [ B ] Hi-j het 'n onmundig groot huus.
  8. [ B ] De pielders in de kerk ware versierd.
  9. [ B ] In Baek mo'j haevig de bult op knaeje.

Oefening 3.10 Woordenschat Berghs - NL

Vertaal van het Berghs naar het Nederlands

Ik

  1. [ B ] Gi-j heb 't goe:d haruut.
  2. [ B ] Gi-j mot paol holde.
  3. [ B ] Wat loop ie d'r toch weer bi-j.
  4. [ B ] De complemente van Bea:ntse!
  5. [ B ] Kie:k niet zo daemeleg!
  6. [ B ] Is de baas ook thuus?
  7. [ B ] Wat stao toch te drökkele?
  8. [ B ] Zit niet zo te greile.
  9. [ B ] Ik heb weerstrubbe op de kop.
  10. [ B ] Gi-j mot ze wegbazuine.
  11. [ B ] Ik mot mien nog umtrekke.
  12. [ B ] Ik haop da'j 't spits krie:g.
  13. [ B ] Wah bu’j toch aan ’t zeibele / seibele.
  14. [ B ] Kom de schaai weer ophale!
  15. [ B ] Ik aet graag moe:s.
  16. [ B ] Loop naor de ju!
  17. [ B ] Dat za'k nie:t afstri-je.
  18. [ B ] En now d'r aan met de biel!
  19. [ B ] Heel enkeld zie'k 'm.
  20. [ B ] Gi-j bunt zo euj.
  21. [ B ] Zi-j is mien te freg af.
  22. [ B ] Van dat genäöl bu'k now af.
  23. [ B ] Das mooi grei.
  24. [ B ] De groezels trekke mien äöver de rug.
  25. [ B ] Mo’ j naor 't häöj?
  26. [ B ] Duk bu'j te laat.

Oefening 3.11 Woordenschat Berghs - NL

Vertaal van het Berghs naar het Nederlands

Mins & dier

  1. [ B ] Den zog kan niet meer op de peut staon.
  2. [ B ] Thuus hadde wi-j veur de adegheid ’n poetje in ’n ren staon.
  3. [ B ] De pogge wru:te duchteg in de modder.
  4. [ B ] Völle en moederpeerd zun onafscheidelek.
  5. [ B ] Van die gietelings, spraowe en kraeje he’j duk alleen maor las.
  6. [ B ] Köts hadde wi-j ’n stekkelvarke in de hof.
  7. [ B ] Den hings vlög deur de wei a’j in de buurt kom.
  8. [ B ] Met kesmis was ’t kanien inens uut ’t hok verdwene.
  9. [ B ] Zien doe:f was ’t eers binne en won zo de eerste pries van de Nederlandse Postdoeveholders Organisatie.
  10. [ B ] As deur ’n wips gestaoke, sprong zi-j op en ging d’r tusse uut.
  11. [ B ] Bi-j bi-je mo’j goed uutkie:ke, da’ze ow nie:t staeke.
  12. [ B ] Den man is aan ’t boekslage.
  13. [ B ] Wat is den toch ’n dolbotter.
  14. [ B ] Hij kump altied netjes veur de draod.
  15. [ B ] Hi-j het de heur wuu:s zitte.
  16. [ B ] Bi-j 'm zit d'r gin vrollujvleis aan.
  17. [ B ] Hi-j is nog kiepig.
  18. [ B ] De tuut zat in de toe:t.
  19. [ B ] De tute zate in de tuu:t.
  20. [ B ] Da's 'n strabante keerl.
  21. [ B ] Hi-j was kats van de kaat.
  22. [ B ] Die vrouw het 'n splie:n.
  23. [ B ] Dah is mien 'n slouwbarger.
  24. [ B ] Thuus he'k altied petoefels aan.
  25. [ B ] Den paotwottel dich dat hi-j 't wet.
  26. [ B ] Hi-j reig zich gauw op.
  27. [ B ] Hi-j het de ore kot / köt aan de kop.
  28. [ B ] Heb gi-j gin kolde knäök?
  29. [ B ] Daor kump Theet ook weer eens aan driete.
  30. [ B ] Hi-j is völ te onmundig.

Oefening 3.12 Woordenschat Berghs - NL

Vertaal van het Berghs naar het Nederlands

Tied & weer

  1. [ B ] Vanmarge hadde wi-j dikke mot.
  2. [ B ] 't weer is driet.

Tekst: Harry Derksen

Deel deze pagina